Voedselindustrie is veel te machtig

This article was published in De Gelderlander (The Netherlands).

Eind september kwam het geweldige maar eveneens bizarre nieuws naar buiten. Er komt in de Verenigde Staten geen speciale wet, voorlopig althans, om agro-chemische bedrijven te beschermen tegen rechtszaken, bijvoorbeeld aangespannen door boeren of consumenten die zich benadeeld voelen door Monsanto.

Monsanto is een van de grootste bedrijven ter wereld die genetisch gemodificeerde zaden verkoopt. Nog los van de discussie over de gezondheids- en milieu-aspecten van genetische gemanipuleerde zaden, gaat de discussie steeds meer over macht. Doordat boeren bij genetische gemanipuleerde zaden elk jaar de zaden opnieuw moeten kopen, bij Monsanto, verliezen boeren hun onafhankelijkheid. Monsanto voert een agressief beleid om boeren tot afname en vervolgens betaling te dwingen en schuwt zelf het aanspannen van rechtszaken niet. Daarbij hebben met name kleine boeren vaak geen schijn van kans tegen de peperdure advocaten van het miljardenbedrijf. Maar deze machtsbalans was nog niet genoeg voor Monsanto. Nog idealer zou het zijn als boeren en consumenten geen rechtszaken kunnen aanspannen tegen hen. Enkele welwillende leden van het Amerikaanse Congres stelden samen met Monsanto een wet op die agro-chemische bedrijven tegen rechtszaken zou moeten beschermen. De nieuwe wet werd al snel de Monsanto Protection Act genoemd.

De wet ging een aantal andere congresleden iets te ver en is voorlopig van de baan. Maar daarmee is de strijd allerminst gestreden. Voor Monsanto betekent zulk nieuws slechts dat er meer lobby-power ingezet moet worden om het congres verder te bewerken. Voormalig congreslid Blanche Lincoln (democraat) die in juli dit jaar een lobbyclub is begonnen, gaat voor Monsanto aan de slag kondigde het bedrijf een paar weken geleden aan. Lincoln was van september 2009 tot januari 2011 voorzitter van de belangrijke ‘landbouw, voeding en bosbouw’ commissie van het congres. Kortom, dé ideale lobyist om de wet toch door het congres te krijgen. De ruimte in deze krant is te kort om nog meer te vertellen over de grote macht van internationaal opererende voedselbedrijven, maar u voelt wel waar ik heen wil: Krijgen internationaal opererende voedselbedrijven niet te veel macht?

Als directeur (2004 - 2011) van Fairfood International, een lobby en campagne organisatie die voedselbedrijven aanspoort maatschappelijk verantwoord te ondernemen, heb ik zelf de macht van voedselbedrijven ervaren. Zo zette Ahold onze financierders onder druk om zodoende onze campagne tegen Ahold te staken en dreigde het Turijnse Ferrero (Nutella, Ferrero Rocher) Fairfood van de kaart te vegen door het zeer prijzige Stibbe Advocaten op ons af te sturen.

Naar mijn mening is de macht te veel doorgeschoten naar de voedselindustrie. De doorgeschoten macht kan gecorrigeerd worden door de overheid. En ondanks dat in Europa, vergeleken met de V.S. de politiek minder beïnvloed wordt door de voedselindustrie (het is in ieder geval minder zichtbaar), is het de vraag of de politiek/overheid deze machtsbalans kan herstellen. De andere actor die corrigerend kan optreden is het maatschappelijk middenveld. Maar ook daar zien we een tendens van meer samenwerken met de voedselindustrie in plaats van de confrontatie met hen aangaan. Het is opvallend dat bij demonstraties tegen Monsanto veel bezorgde burgers op de been komen, maar dat het maatschappelijk middenveld ontbreekt. Hoogtijd tijd voor een fundamenteel debat over ons voedsel.

Maandag 9 december om 20 uur ga ik in debatcentrum LUX in Nijmegen met collega’s in debat over de toekomst van ons voedsel en de vraag welke rol consumenten en burgers, overheden, maatschappelijke organisaties en de voedselindustrie hierin (zouden moeten) spelen. Meer info: www.debatcentra.nl

Like what I write and the issues I address? Consider an donation. I don't get paid by newspapers for my articles.

 

Post by Frank van der Linde.

Vorige
Vorige

Dwaling politie en openbaar ministerie rechtgezet

Volgende
Volgende

De bom polder je niet weg